Elke machine in mijn collectie heeft zijn eigen karakter, klank en geschiedenis.
Sommige kwamen uit deftige salons, andere stonden ooit op de bar van een café of zelfs buiten op straat te spelen. Samen vormen ze een reis door meer dan honderd jaar mechanische muziek – een tijd waarin muziek nog écht tot leven kwam door radertjes, veerwerken en vernuftige mechanieken.

Door de jaren heen heb ik een bijzondere verzameling opgebouwd van phonografen, grammofoons, speeldozen en draaiorgels, elk met hun eigen charme en verhaal. Hieronder enkele hoogtepunten.


Le Ménestrel Phonograph

Le Menestrel phonograph Pathe

De Le Ménestrel is een Franse phonograaf uit circa 1901–1903, gebouwd door Pathé Frères en verkocht via de Parijse firma J. Girard & Cie (ook bekend als Girard & Boitte).
Het toestel deelt veel technische overeenkomsten met de Pathé Le Gaulois en werd destijds aangeprezen als een luxueus saloninstrument, vaak uitgevoerd in verfijnde kastmodellen met sierlijk beslag.

Sommige uitvoeringen zijn voorzien van een kast die vermoedelijk is vervaardigd door Japy & Frères, terwijl het mechaniek rechtstreeks van Pathé afkomstig is. De Le Ménestrel vertegenwoordigt daarmee een bijzonder stukje Franse samenwerking tussen meubelmakers en fonograffabrikanten uit het begin van de 20e eeuw – een tijd waarin techniek en elegantie hand in hand gingen.


Pathé Concert Automatique

Concert Automatique

De Pathé Concert Automatique is een Franse muntgestuurde grammofoon voor verticaal gesneden Pathé-platen, ontwikkeld voor cafés, restaurants en andere openbare gelegenheden.
De kasten – meestal hoge kolommodellen met een roldeur en grote hoorn – bevatten een muntmechaniek dat na één plaatzijde automatisch stopte. De gebruiker wierp bijvoorbeeld 25 centimes in de sleuf, waarna het toestel één Pathé-plaat afspeelde en vanzelf uitschakelde.

Het model werd rond 1908–1915 geproduceerd door Pathé Frères. In 1912 richtte Pathé zelfs een aparte onderneming op onder de naam “Pathé Concert Automatique” om de verkoop en leasing van deze apparaten aan horecagelegenheden te organiseren.
Het systeem gold destijds als een voorloper van de jukebox – een stijlvolle manier om zonder muzikant een café met muziek te vullen.

Bekende museale voorbeelden zijn te vinden in het Science Museum (Londen) en het Musée de la Musique (Parijs), waar soortgelijke Pathé-automaten worden getoond met muntinworp en saffier-reproducer.


HMV Cockleshell Monarch

HMV Cockleshell

De HMV “Cockleshell” Monarch is een luxueuze buitenhoorn-grammofoon uit de hogere Monarch-lijn van The Gramophone & Typewriter Ltd. / His Master’s Voice, gebouwd circa 1905–1908 en soms nog verkocht tot circa 1910.
Kenmerkend is de rijk bewerkte eikenhouten kast met schelp- en bladornamentiek, waar het model zijn bijnaam “Cockleshell” aan ontleent. Onder de kap bevindt zich een krachtige dubbel-veermotor met zogeheten cannon brake voor een soepele loop.

Mijn exemplaar is voorzien van een verchroomde metalen Morning Glory-hoorn en de klassieke Exhibition-soundbox van HMV. De combinatie van het verfijnde uiterlijk, de robuuste motor en de heldere, krachtige klank maakt dit model tot een van de mooiste voorbeelden van vroege huiskamer-grammofoons uit het begin van de 20e eeuw.


Polyphon platenspeeldoos

Polyphon platenspeeldoos

Deze Polyphon is een tafelmodel voor 39,5-cm (15½″) metalen schijven, gemaakt door Polyphon Musikwerke AG in Leipzig, circa 1898–1905.
De muziek ontstaat doordat de gaatjes in de metalen schijf sterwieltjes laten grijpen, die op hun beurt de tanden van één of twee stalen kammen plukken. Bij dit formaat komt een duplex-kam veel voor; dat geeft een voller, sprankelender geluid.

De kasten zijn doorgaans van walnoot, vaak met fraai snij- of inlegwerk, en sommige modellen zijn aangeduid met stijl-nummers (bijv. Style 45). Voor dit schijfformaat bestaat vandaag nog een ruime repertoirekeuze; in verschillende gevallen zijn schijven ook compatibel met Regina-speeldozen, wat het speelplezier vergroot.


72-toets Café-orgel van Theo Heesbeen

72 toets cafe orgel Heesbeen

Tussen de antieke instrumenten in mijn collectie is dit 72-toets café-orgel een bijzondere verschijning. Het is namelijk een nieuwgebouwd orgel, en tegelijk een eerbetoon aan de gouden tijd van de Belgische dans- en caféorgels.

Dit orgel was het allerlaatste project van orgelbouwer Theo Heesbeen, een vakman die zijn leven lang trouw bleef aan het traditionele ambacht. Als inspiratie diende een Decap-Antwerpen-orgel uit circa 1930 – compleet met de typische registers, trommels en klankkleuren die die instrumenten zo herkenbaar maken.

Bij de bouw zijn vrijwel uitsluitend authentieke materialen en technieken gebruikt, zodat het geheel oogt en klinkt alsof het rechtstreeks uit die periode komt. Alleen het papieren orgelboek heeft plaatsgemaakt voor een modern midisysteem, waardoor het orgel nu beschikt over een zeer uitgebreid repertoire: van klassieke melodieën tot eigentijdse arrangementen.

Zo verenigt dit instrument het beste van twee werelden – het vakmanschap van vroeger en de veelzijdigheid van nu – en vormt het een waardig slotstuk in het levenswerk van een groot orgelbouwer.


Een levend stuk geschiedenis

Mijn collectie is geen museum — de meeste instrumenten spelen nog echt.
Ik repareer ze waar nodig, vaak met hulp van professinals, maar behoud altijd hun authenticiteit. Zo blijft de ziel van het instrument behouden, en klinkt de muziek nog net zoals honderd jaar geleden.